ECRE is currently working on redeveloping the website. Visitors can still access the database and search for asylum-related judgments up until 2021.
You are here
Home ›Criteria voor het selecteren van zaken en stijlgids voor het maken van zaaksamenvattingen
Inleiding
De European Database of Asylum Law (EDAL) is een online database met jurisprudentie uit 17 EU-lidstaten die uitleg geeft aan vluchtelingen- en asielrecht. In iedere lidstaat worden nationale deskundigen aangesteld die als taak hebben relevante zaken te selecteren, samen te vatten en te categoriseren en deze vervolgens te uploaden naar de database.De samenvattingen voor de EDAL-database worden opgesteld in de oorspronkelijke taal van de betreffende uitspraak en vervolgens vertaald naar het Engels. Indien mogelijk wordt een link opgenomen naar de oorspronkelijke uitspraak.
Doel van de database – Doelgroep
De jurisprudentie in de EDAL wordt online toegankelijk gemaakt ten behoeve van gebruikers op zowel nationaal niveau in de betreffende landen als op Europees niveau. Daarnaast stelt de EDAL in een aantal landen voor het eerst ook nationale jurisprudentie online beschikbaar in een open en flexibel format.
Meer in het algemeen heeft de database als doel de harmonisatie te bevorderen van de interpretatie door lidstaten van Europese richtlijnen en regelgeving en daarnaast ook diepgaandere samenwerking te stimuleren tussen beroepsbeoefenaars in de EU.
De primaire doelgroep bestaat uit besluitvormers op alle niveaus, beleidsmakers, ngo's, juridische beroepsbeoefenaars en medewerkers van relevante organen en instanties op lidstaat-, Europees en internationaal niveau.
Opgenomen Europese richtlijnen en regelgeving
- Procedurerichtlijn 2005/85/EG en 2013/32/EU
- Erkenningsrichtlijn 2004/83/EG en 2011/95/EU
- Opvangrichtlijn 2003/9/EG en 2013/33/EU – voor een aantal landen geldt dat deze richtlijn om een analyse vraagt van de aanwezige jurisprudentie op het gebied van arbeidsrecht en bestuurlijke besluitvorming, naast jurisprudentie op het gebied van asielbesluitvorming. Deze uitspraken zijn alleen relevant als ze duidelijk onder de hieronder genoemde criteria vallen.
- Gezinsherenigingsrichtlijn 2003/86/EG – deze richtlijn is niet exclusief van toepassing op vluchtelingen, maar de uitleg die in algemene zin aan deze richtlijn wordt gegeven, draagt tevens bij aan de toepassing van deze richtlijn in vluchtelingenzaken. In afwijking van het bepaalde in artikel 8, is de eerste subparagraaf onder dit artikel niet van toepassing op vluchtelingen, evenmin als de derde subparagraaf onder artikel 4, lid 1; zaken die specifiek betrekking hebben op deze bepalingen hoeven dan ook niet relevant te zijn voor vluchtelingenzaken.
- Terugkeerrichtlijn 2008/115/EG – deze richtlijn heeft een algemeen toepassingsbereik en bevat geen specifieke bepalingen met betrekking tot vluchtelingenzaken en procedures voor aanvullende bescherming. Zaken die betrekking hebben op deze richtlijn komen niet in aanmerking voor opname in de database, tenzij de nationale deskundige vindt dat een bepaalde zaak specifieke relevantie heeft voor de situatie van verzoekers om bescherming.
- Dublin verordening 343/2003 en 604/2013 – de Dublin III-verordening zorgt voor een grote hoeveelheid jurisprudentie die vaak feitgericht van aard is, zich snel ontwikkelt en die afkomstig is van diverse bestuursorganen. De EDAL-database richt zich dan ook vooral op zaken die betrekking hebben op de uitvoering of uitleg die gegeven wordt aan de richtlijn als zodanig of die aansluiten bij belangrijke EHRM- of EHJ-uitspraken, of die dergelijke uitspraken in overweging nemen, zoals: Zaak C‑245/11 K versus Bundesasylamt; C-493/10 N.S. versus Secretary of State for the Home Department; C-411/10 M.E. en anderen versus de Refugee Applications Commissioner; EHRM-verzoekschrift nr. 30696/09 M.S.S. versus België en Griekenland.
Zaken kunnen op deze rechtsinstrumenten betrekking hebben zonder deze instrumenten letterlijk aan te halen. Dergelijke zaken worden desalniettemin opgenomen in de EDAL-database indien dergelijke instrumenten centraal staan bij de beoordeling van de zaak; de relevante bepalingen vallen in dat geval onder de categorie “Toepasselijke bepalingen van Europees recht”.
Ook zaken die betrekking hebben op andere rechtsinstrumenten, zoals bijv. de Richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, kunnen in uitzonderlijke gevallen worden opgenomen in de database, mits dergelijke instrumenten van fundamenteel belang zijn vanuit het oogpunt van het GEAS.
Nationale deskundigen
De nationale deskundigen van EDAL dienen niet alleen te beschikken over diepgaande kennis van de nationale jurisprudentie, wetgeving en procedures van het betreffende land, maar daarnaast ook in grote lijnen te weten welke zaken reeds in de database zijn opgenomen. Dit is van groot belang om:
- Dubbele informatie te voorkomen;
- Zaken te signaleren en samen te vatten die een reeds in de database ingevoerde uitspraak te niet doen of zich daarvan onderscheiden of anderszins daarmee in tegenspraak zijn;
- Consistentie en vergelijkbaarheid te ontwikkelen binnen en tussen rechtsgebieden.
Daarnaast is het ook van essentieel belang dat nationale deskundigen grondig vertrouwd zijn met de trefwoorden die in de EDAL-database worden gebruikt en met de bepalingen van de GEAS-instrumenten. Hierdoor kunnen zij samenvattingen op de juiste wijze van trefwoorden voorzien en indelen. met als doel vergelijkende analyses tussen verschillende rechtsgebieden te faciliteren.
Richtlijnen voor het selecteren van zaken
A. De geselecteerde zaken dienen een belangrijke jurisprudentiële impact te hebben, bijv.zaken waarin een belangrijk rechtspunt wordt besproken en waarbij de motivering van de besluitvormer duidelijk en leerzaam is. Het kan hierbij onder meer gaan om zaken die bijgedragen hebben aan beleidsveranderingen op nationaal niveau. Het is belangrijk om alle zaken op basis van dit criterium te selecteren, ongeacht of ze als pro- of anti-verzoek(st)er worden beschouwd. Dit garandeert dat de database een zorgvuldig en evenwichtig beeld blijft geven van jurisprudentie op nationaal niveau.
B. De geselecteerde zaken kunnen:
- Aanwijzingen bevatten voor een ontwikkeling of terugval in de uitleg die op nationaal niveau gegeven wordt aan een specifieke Europese bepaling;
- De uitleg die op nationaal niveau gegeven wordt aan een specifieke Europese bepaling opnieuw bevestigen;
- Betrekking hebben op de toepassing of interpretatie van een controversiële of zelden bestudeerde Europese bepaling;
- Mogelijk als een positief of negatief voorbeeld dienen voor andere lidstaten;
- Beslist zijn op basis van bepalingen van nationaal recht die afwijken van Europese normen;
- Expliciet beïnvloed zijn door of verwijzen naar uitspraken uit andere Europese jurisdicties;
- Betrekking hebben op de mate waarin of de wijze waarop onderdelen van de Europese acquis op asielgebied zijn omgezet in het nationale rechtsstelsel.
C. Waar relevant dienen zaken EHRM- en EHJ-jurisprudentie te weerspiegelen. Ze zouden bijvoorbeeld:
- Gebaseerd kunnen zijn op een specifiek Europees besluit of daar uitvoering aan kunnen geven;
- Kunnen wijzen op afwijking van een specifiek Europees besluit;
- Aanleiding kunnen geven tot een EHRM- of EHJ-verzoekschrift/verwijzing vanuit nationaal niveau;
- Betrekking kunnen hebben op de wijze waarop uitleg wordt gegeven aan EHRM- en EHJ-jurisprudentie door nationale gerechten; en/of
- Opvolging kunnen geven aan een EHRM- of EHJ-uitspraak.
D. Zaken kunnen illustratief zijn voor beschermingshiatenin lidstaten of betrekking hebben op gevallen waarin lidstaten hogere normen hebben toegepast dan vereist vanuit het oogpunt van Europese wetgeving. Het is daarnaast ook belangrijk om rekening te houden met overige bronnen van asiel- en vluchtelingenwetgeving in de afzonderlijke lidstaten. Zo zijn bijvoorbeeld alle lidstaten ondertekenaar van het Geneefs Verdrag van 1951 betreffende de status van vluchtelingen en hebben veel lidstaten tevens diverse VN-verdragen geratificeerd zoals het VN-verdrag tegen foltering.Belangrijke zaken die betrekking hebben op de toepassing van UNHCR-richtlijnen dienen ook vertegenwoordigd te zijn in de database.
E. Zaken dienen NIET:
- Beperkt te zijn tot uitspraken van hogere gerechten.Mits de jurisprudentiële impact van de uitspraak ingeschat wordt als aanzienlijk en geacht wordt bij te dragen aan een Europabrede consensus over het acquis van de Europese Unie op asielgebied, kunnen zaken van tribunalen of semi-rechterlijke instanties eveneens in aanmerking komen voor opname in de database. Echter, aangezien de database enkel jurisprudentie bevat, worden initiële beslissingen van bestuursorganen niet opgenomen. Uitspraken van lagere gerechten of tribunalen die een interessant rechtspunt bevatten en die in een later stadium door een hoger gerecht nietig worden verklaard, kunnen daarentegen wel opgenomen worden, mits duidelijk wordt vermeld dat de uitspraak nietig is verklaard.
- Enkel betrekking te hebben op specifieke landeninformatie (COI) Jurisprudentie de betrekking heeft op hoe besluitvormers landeninformatie (COI) benaderen of beoordelen, kan daarentegen wél worden opgenomen als besluitvormers duidelijke beginselen vermelden die toegepast dienen te worden bij het beoordelen van de COI. De database is een opslagplaats van zaken die bij voorkeur betrekking hebben op rechtspunten en niet zozeer op feiten.
- Enkel betrekking te hebben op een zaakgebonden beoordeling van de geloofwaardigheid. Zaken waarin een belangrijk deel van de uitspraak betrekking heeft op het beoordelen van de geloofwaardigheid zijn over het algemeen niet waardevol/relevant en geven doorgaans geen uitleg aan bepalingen van het Europees recht. Daarentegen zijn zaken die uitgebreid ingaan op de beginselen van bewijslast, bewijssstandaard en het voordeel van de twijfel, of die de test beschrijven die door verzoek(st)ers moet worden afgelegd, wél interessant en kunnen om deze reden dan ook worden opgenomen in de database.
- Prejudiciële beslissingen of overige uitspraken die geen rechtspunt bevatten.
Stijlgids
Aangezien de database bedoeld is voor een diverse, brede Europese doelgroep, dient het taalgebruik toegankelijk te zijn voor alle gebruikers. Daarom zijn de volgende richtlijnen van toepassing:
- Zorg dat de woordkeus in de gehele zaaksamenvatting helder en beknopt is en dat de samenvatting een duidelijke opbouw en indeling heeft;
- Vermijd omslachtige formuleringen; bijvoorbeeld 'Rechter X was van oordeel dat...' of 'De rechtbank heeft in overweging genomen of...';
- Vermijd het gebruik van Latijnse termen;
- Vermijd terminologie en juridisch jargon die landgebonden zijn, bijv. samenvattingen van Britse en Ierse zaken moeten ook toegankelijk zijn voor lezers die alleen bekend zijn met civielrechtelijke stelsels;
- Gebruik de formulering 'Verzoek(st)er uit <land x>';
- Gebruik bij voorkeur de formulering 'de verzoek(st)er' en niet 'Mevr. X';
- Maak gebruik van actieve zinsconstructies en vermijd waar mogelijk passieve zinsconstructies;
- Wees consequent en zorgvuldig bij het beschrijven van de betreffende zaak en persoon als een verzoek, beroep etc. en een verzoek(st)er, appellant(e) etc.
- Anonimiseer de volledige samenvatting door het verwijderen van alle verwijzingen naar de naam en het adres van de verzoek(st)er en de naam en/of het adres van personen bij wie verzoek(st)er verblijft of waarmee hij/zij anderszins verbonden is;
- Ook als er sprake is van uploaden/linken dient de oorspronkelijke uitspraak volledig geanonimiseerd te worden zoals vereist in het kader van Europees recht én voor zover vereist in het kader van de betreffende nationale wetgeving.
Zaaksamenvattingen dienen niet meer dan 1000 woorden te bevatten, tenzij dit absoluut noodzakelijk is, en mogen nooit langer zijn dan 1350 woorden. Samenvattingen hoeven niet ieder aspect of iedere kwestie in de gekozen zaak te behandelen, maar wel de aspecten of kwesties die belangrijk en relevant zijn vanuit het oogpunt van de doelstellingen van de database.
Gebruik van trefwoorden
Het zorgvuldig en consequent gebruik van trefwoorden is essentieel om een zekere mate van consistentie tussen zaken te waarborgen en om links te kunnen creëren naar GEAS-terminologie. Hierdoor is het mogelijk vergelijkende analyses uit te voeren. De trefwoorden in de EDAL-database zijn afgeleid van terminologie die gebruikt wordt in de Richtlijnen of Regelgeving of in andere officiële bronnen zoals de UNHCR en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Deze trefwoorden moeten worden gebruikt in de kopnotities en hoofdtekst van elke zaaksamenvatting. Zo dient bijvoorbeeld de term 'niet-begeleide minderjarige' gebruikt te worden in plaats van de term 'alleenstaande kinderen', 'opvangcentrum' in plaats van 'asielzoekerscentrum en 'binnenlandse bescherming' in plaats van 'binnenlands vluchtalternatief' etc.
Template zaaksamenvatting
Voor het opstellen van zaaksamenvattingen is een speciale template beschikbaar. Nationale deskundigen dienen deze template strikt te volgen zodat de consistentie binnen de database gewaarborgd blijft. Op de achtergrond wordt inmiddels gewerkt aan de website. Zodra deze werkzaamheden zijn afgerond, kunnen zaaksamenvattingen rechtstreeks worden geüpload in hetzelfde format.
Landoverzicht
Landoverzichten bieden een overzicht van de nationale rechtskaders die betrekking hebben op aanvaragen, beslissingen en beroepsprocedures inzake asiel en aanvullende bescherming, met inbegrip van de volgende punten:
- Waar kunnen individuele personen bij aankomst een asielaanvraag indienen (bij de grenscontroledienst, bij medewerkers van de immigratiedienst of bij de politie, voor zover deze beschikt over een speciale afdeling voor asielzaken)? Kunnen individuele personen een asielaanvraag indienen terwijl ze in detentie verblijven?
- Uitleg van het betreffende civielrechtelijk of gemeenrechtelijk stelsel.
- Bestuursorganen of rechterlijke organen voor asielbesluitvorming: organisatiestructuur, samenstelling, werkwijze, accusatoir systeem, inquisitoir systeem.
- Beroepsstelsels en -mechanismen.
- Opschortend effect van beroepsprocedures
- Recht op procesvertegenwoordiging en toegang tot rechtsbijstand.
- Specifieke juridische termen die regelmatig voorkomen in de betreffende jurisprudentie en die landgebonden zijn.
Landoverzichten dienen periodiek herzien te worden om te garanderen dat ze actueel zijn, met name in het licht van de omwerking van GEAS-wetgeving. Wijzigingen in de landoverzichten zijn bijvoorbeeld noodzakelijk indien er sprake is van:
- Wijzigingen in rechtsstelsels op nationaal niveau als gevolg van nationale of internationale ontwikkelingen; of
- Stappen om de oorspronkelijke en omgewerkte Richtlijnen en Regelgeving te ondertekenen en om te zetten in nationaal recht.